Lettergrootte:

Monumentale Begraafplaats Memento Mori

Naast de Stadsweiden ligt de historische begraafplaats Memento Mori. De naam Memento Mori is latijns voor “Gedenk te sterven”. De begraafplaats is in gebruik genomen in november 1908. Het overgrote deel was/is in gebruik als algemene graven. Alleen het vak aan de noord-oostzijde bestaat uit particuliere graven die eeuwigdurend zijn uitgegeven. Dit verschil is vooral zichtbaar aan het feit dat de particuliere graven van voor de jaren ’60 grafdekkingen hebben, terwijl de algemene graven vaak geen grafdekking hebben. Vanaf de jaren ’60-70 werden er op alle graven grafdekkingen geplaatst.

Voorgeschiedenis
In het verleden was de enige plek in de gemeente Bunschoten waar begraven kon worden binnen in de Hervormde Kerk van Bunschoten. Aan het begraven in de kerk kleefden nadelen en uiteindelijk werd dat definitief verboden onder Koning Willem 1 in 1829. Ook werd begraven toen de zorg van de overheid en niet meer van de kerk.
In de gemeente Bunschoten werd toegestaan dat er een kerkhof werd aangelegd achter en naast de kerk. Vanwege het geringe oppervlak van het kerkhof ten aanzien van de benodigde capaciteit, werd uiteindelijk het oppervlak opgehoogd tot 1 meter boven het maaiveld. Op het kerkhof werden daarom ook geen grafzerken geplaatst.

In 1906 werd door een 60 tal bewoners het verzoek gedaan aan de Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht om de gemeente te bewegen een nieuwe begraafplaats aan te leggen omdat het kerkhof bij de kerk niet meer aan de eisen van de wet voldeed. Gedeputeerde Staten besloot in augustus van dat jaar dat per 1 januari 1908 het kerkhof gesloten moest worden op grond van de Begrafeniswet.

In 1907 ging de gemeente op zoek naar een stuk grond om een nieuwe begraafplaats aan te legen. Het oog viel al snel op de grond waar de begraafplaats nu ligt. U moet zich voorstellen dat Bunschoten alleen bestond uit de lintbebouwing langs de as van de Veenestraat, Dorpsstraat en Molenstraat. De uitbreidingswijken die hier omheen liggen zijn pas vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw. Dit stuk grond ligt net buiten de middeleeuwse stadsaanleg met Stadsweiden zoals die nog steeds zichtbaar is. Deze grond en alles wat daaromheen ligt bestond slechts uit weiland. Dichtbij genoeg, maar toch op enige afstand van de bebouwing was dit de ideale plek.

Het lukte echter niet om in een keer met de eigenaar tot een koop te komen, dus er is ook gekeken naar een stuk grond bij de Veenestraat bij de Sint Nicolaasweg. Ook daar kwamen ze niet tot overeenstemming met de eigenaresse en begonnen ze voor die grond een onteigeningsprocedure waarvoor zelfs de tweede kamer een wet heeft aangenomen. Omdat dit te lang duurde besloot de gemeente nogmaals met de eigenaar van deze grond in overleg te gaan en dit keer met succes. Voor een bedrag van 4750 gulden wisselde de grond van eigenaar.

1e aanleg begraafplaats
Er werd direct een plan gemaakt voor de aanleg van de begraafplaats met een lengte van 100 meter en een breedte van 39 meter, met twee stroken en een middenas. Als eerste werd er een verbindingsweg vanaf de Dorpsstraat naar deze grond aangelegd. Het werk werd na een openbare inschrijving gegund aan een aannemer uit Arnhem voor 14.000 gulden.
Eind november 1908 was de aanleg dusdanig ver gevorderd dat de begraafplaats in gebruik kon worden genomen. Omdat het winterseizoen voor de deur stond werd tot het voorjaar van 1909 gewacht om het Baarhuisje en het ijzeren hek aan te leggen. Tot die tijd stond er een tijdelijke houten afrastering. Rondom de begraafplaats werd een heg met bomen aangelegd.
Tegelijkertijd met de ingebruikname werd het oude kerkhof bij de Hervormde kerk gesloten.

Coniferen
In de begindagen van de begraafplaats het vrij kaal en wars er op de omringende bomen na weinig groen. In de loop der tijd is er steeds meer groen aangeplant. Al vrij snel zijn er coniferen net achter het stalen hek geplant. Hierover zijn verschillende theorieën:
- Dit was om als haag het zicht op de begraafplaats weg te nemen vanaf de bebouwing vanaf de Dorpsstraat. De mensen wilden niet graag aan de doden herinnerd worden.
- De coniferen zijn enkel en alleen voor de sier aangeplant. Aangezien de dichtheid van de coniferen in het begin te laag was voor een haag, is dit logischer.
In de loop der tijd konden de coniferen onbelemmerd groeien. Gedurende de jaren ’50 werd er met de coniferen naast het pad een soort poort gemaakt. Op een gegeven moment werd er niet meer gesnoeid of onderhouden. Omdat de coniferen te hoog werden en omdat ze elkaar in de weg stonden zijn deze afgelopen voorjaar vervangen door nieuwe exemplaren.
De andere bomen die langs de paden staan zijn rond de jaren ’70 aangeplant.

Stenen bandjes
Naast de paden liggen betonnen bandjes. Deze hadden vroeger afgeronde hoeken. Het zijn echter nog steeds dezelfde bandjes, maar ze zijn op een gegeven moment omgedraaid omdat het onkruid er doorheen groeide en het daardoor meer onderhoud vergde.

Baarhuisje begraafplaatsBaarhuisje
Het Baarhuisje werd in 1909 gebouwd naar ontwerp van gemeenteopzichter A. Jurling. Het is vormgegeven in neogotische stijl. Het is opgetrokken in baksteen op rechthoekige plattegrond, heeft twee tuitgevels en gesmoorde Tuile-du-Norddakpannen op het zadeldak. Op de hoeken van de tuitgevels staan kunststenen obelisken. Het gebouw heeft spitsboogvensters met ijzeren roedenverdeling en groen matglas. Het gebouwtje heeft aan zowel de voor- als achterzijde een deur, zodat het de middenas van de begraafplaats doorsnijd met een doorgang.
Het gebouw was bedoeld om de overledenen tijdelijk op te baren, als het niet mogelijk was om dat thuis te doen, voordat ze ter aarde zouden worden gelegd. Er hebben meerdere malen malen overledenen in het Baarhuisje overnacht. Zo ook een piloot die tijdens de 2e wereldoorlog neergestort was in het IJsselmeer. Hij is daaruit opgevist door de bemanning van een botter. Hij is toen tijdelijk in het Baarhuisje neergelegd, waarna hij is overgebracht naar Amersfoort. Nu is het gebouw in gebruik als opslag voor de begraafplaatsbeheerder.

Ophoging begraafplaats
Als er gekeken wordt naar de vensters aan weerzijden van het Baarhuisje, dan valt in het bijzonder op dat de onderdorpels van de vensters maar nauwelijks boven het omringende maaiveld uitsteken. Dat komt omdat de begraafplaats, nadat het Baarhuisje is gebouwd, meerdere malen is opgehoogd. Dat is ook goed zichtbaar aan het pad op de middenas dat ook een stuk lager ligt.
Overigens was de begraafplaats tijdens de eerste aanleg al opgehoogd en hoger dan het omringende gebied. Tijdens de watersnoodramp in 1916 was dat duidelijk zichtbaar omdat naast de hoger gelegen bebouwing langs de as van de Dorpsstraat, alleen de begraafplaats boven water uit stak. De belangrijkste ophoging vond verder plaats gedurende de crisisjaren tussen 1929-1940. In het kader van de werkverschaffing werden werklozen aan het werk gezet om zand bij het St. Nicolaashoofd nabij de Melkfabriek Eemlandia af te graven en daarmee de begraafplaats op te hogen. Bij het afgraven van het St. Nicolaashoofd zijn veel archeologische resten aangetroffen van bewoning uit het stenen tijdperk. Voornamelijk vuursteen en houtskoolresten, maar ook menselijke botten. Dus wie weet zijn de oudste overblijfselen op de begraafplaats wel veel ouder dan wij denken!

Uitbreidingen begraafplaats
Er hebben een aantal uitbreidingen van de begraafplaats plaatsgevonden.
- 1935: Het stuk direct achter het Baarhuisje wordt erbij getrokken
- 1950: Er wordt een derde strook aan de zuidzijde aangelegd. Deze is nu nog steeds aanwezig. Binnenkort zal dit afgescheiden worden van het echte oude deel.
- 1970: Ten noorden en ten westen worden er stukken grond bij getrokken.
- 1975: De begraafplaats wordt voor de laatste maal uitgebreid en wordt daarbij driemaal zo groot. Dit valt samen met de aanleg van de omringende wijken. Uitbreiding hierna is dus niet meer mogelijk. Later wordt er dan ook een nieuwe begraafplaats aangelegd bij de Oostsingel.

Verzamelgraven NH kerkhof
In dezelfde periode, als dat de derde strook is aangelegd, werdt besloten om het verwaarloosde kerkhof bij de NH kerk af te graven tot maaiveldniveau en daar een parkeerplaats aan te leggen. Een groot deel van de grond is afgevoerd en gebruikt om weilanden bij de Eem op te vullen. Daar kunnen nog steeds menselijke botresten worden aangetroffen. Bij later onderhoud en graafwerkzaamheden aan de parkeerplaats werden de aangetroffen geraamten en beenderen netjes verzameld en zijn deze collectief begraven in het verzamelgraf. Op deze graven liggen twee stenen. Dit waren de enige stenen die ooit op het kerkhof hebben gelegen, maar eigenlijk zijn ze afkomstig van graven uit de kerk zelf.

Oorlogsgraven
Na de 2e wereldoorlog is er een sectie ingericht als herdenkingslocatie. Deze bestaat uit een zevental naast elkaar geplaatste oorlogsgraven en een tweetal monumenten. In 1 graf ligt op dit moment niemand meer. Dat was het graf van Francis Delery. Dit was een 30 jarige piloot afkomstig uit Frankrijk die in 1945 met een Engels jachtvliegtuig (waarschijnlijk op verkenningsvlucht) in de Maatpolder neerstortte nabij de Eemdijk. Hierbij werd het vliegtuig compleet verpletterd. In 1949 zijn de stoffelijke resten hier opgegraven en overgebracht naar Plounez in Frankrijk.
Naast deze 7 graven is er ook nog een Grafmonument van de Bavinckschool en een oorlogsgraf van Hartog Ruizendaal op de begraafplaats.

Register begraafplaatsen
Het is mogelijk voor belangstellenden om het register van de twee begraafplaatsen in Bunschoten digitaal te doorzoeken. Hierdoor is het mogelijk om de exacte locatie van graven te vinden.
► Begraafplaats online

Commentaar / Reacties (0)